Op uitnodiging van Elizabeth Venicz volgde ik een college van Thomas Verbogt, dat werd gegeven voor de minor creatief schrijven. Ik kende het werk van Verbogt al en was zeer geïnteresseerd in het feit dat al zijn verhalen grotendeels autobiografisch zijn. Hij vertelde onder andere dat je verhaal urgentie moet hebben; het moet te maken hebben met iets wat jij belangrijk vindt in je leven. Na afloop stapte ik op hem af, om hem advies te vragen over het starten met mijn boek. Hij gaf me een handige tip mee, maar gaf ook aan dat ik zeker nog contact op mocht nemen als ik daar behoefte aan had. Daar zeg ik dan natuurlijk geen nee tegen. Ik belde hem op en stelde een aantal vragen over het schrijven van autobiografische romans. Ik deel graag een relevante passage uit ons (lange) gesprek.

Jouw verhalen zijn grotendeels autobiografisch. Maakt dat het makkelijker om een verhaal te maken dan wanneer het hersenspinsels zijn?
Ik vind autobiografisch schrijven makkelijker, omdat het verhaal uit mezelf komt en daardoor voor mijn gevoel veel noodzakelijker is. Daarom kies ik in mijn boeken voor een ik-vorm. Het is een kwestie van lef hebben, je brutaal verplaatsen in een personage.

Hoe zorg je ervoor dat je je als schrijver niet verliest in de eventuele emoties die zo’n verhaal met zich mee kan brengen?
Als ik begin aan een autobiografische roman, loop ik daar eerst een tijd mee rond. Samen met mijn hoofdpersoon. Ik en mijn ik-figuur. Ik denk al wandelend over hem na. Hoe zou hij op bepaalde gebeurtenissen reageren? Langzamerhand ben ik dan in staat die persoon van mij af te splitsen. Een handige truc daarvoor is een personage in mijn boek een andere eigenschap te geven dan de persoon waar het karakter op gebaseerd is. Waar je moeder wellicht werkt in het onderwijs, wordt ze nu een dokter. Zo kan je het karakter zien als iemand anders. Vergeet het feit dat het verhaal dat je vertelt waargebeurd is. Het gaat zich vormen in jouw verbeelding, jouw gedachten. Je moet het levensverhaal wegtrekken van de realiteit. Als je dat op een rijtje hebt in je hoofd, ben je al een heel eind.

Wat is de reactie vanuit je omgeving op het delen van zo’n verhaal?
Ik merk dat ik soms negatieve reacties krijg, maar goed, daar zal je als schrijver niet omheen kunnen. Soms zullen ze zich in personages herkennen Ja, de roman is fictie jongens. Waar het autobiografische ophoudt en fictie begint, dat is mijn zaak. Ik vind het niet belachelijk dat er reacties komen, maar ik ga er ook niet op in. Als schrijver moet je daar niet druk om maken. En natuurlijk moet je niet te veel onnodige zaken delen. Ik gebruik echt enkel wat nodig is om het verhaal te vertellen. Het gaat om wat je intrigeert.

Het is een kwestie van lef hebben, je brutaal verplaatsen in een personage.

Thomas Verbogt

Waar liggen de valkuilen bij het delen van een verhaal dat dichtbij je staat?
Tijdens het schrijven kun je in een deel van het verhaal belanden dat je enorm aangrijpt. Juist dan moet je sober blijven. Ik zoek dan bijvoorbeeld naar humor of zelfspot, om de sfeer wat minder heftig te maken. Word je te sentimenteel, dan wordt dat hinderlijk voor de lezer.
Een andere valkuil is dat je ervoor moet zorgen dat het verhaal niet te particulier wordt. Dat het in de buurt komt van de lezer. Dat doe je eigenlijk al door er een roman van te maken, in plaats van non-fictie. Ik merk weleens dat als ik mijn roman aan mijn redacteur overhandig, het verhaal duidelijk is voor mij, maar niet voor de lezer. Je hebt dus echt een paar extra ogen nodig die met je meelezen. Bij deze wil ik dat graag aan je aanbieden. Ik doe dat niet voor iedereen, maar stuur mij gerust je werk op, dan zal ik er feedback op geven. Je hebt met dit verhaal goud in handen.

Wat heeft het vertellen van zo’n persoonlijk verhaal – dan wel niet verwerkt in fictie – je opgeleverd?
Zelfkennis. Dat is in mijn geval door middel van boeken. Maar vooral zelfkennis. Door de verhalen die ik meemaak op te schrijven en goed te verwoorden kom ik ook verder in mijn eigen leven. Het spreekwoord ergens woorden voor vinden is als schrijver in intensere mate relevant dan normaal. Je moet je echt bedenken hoe je iets over denkt, hoe je je voelt. En natuurlijk zijn al die inzichten confronterend. Je houdt jezelf constant een spiegel voor en geeft een stukje van jezelf prijs. Je moet je kwetsbaar opstellen. Maar door het schrijven van zo’n boek creëer je ook ruimte in je hoofd. Dat is ontzettend inspirerend.